Teebox hole 4 Heide-lus Anderstein
Wie zou denken dat de binteresse van de bendeleden zich beperkt tot golf en het randgebeuren daarvan die heeft het mis. Lees daarvoor het volgende verslag en duidelijk zal worden hoe breed georienteerd de bende is!
In het kader van deze serie vrije gespreksonderwerpen heb ik laatst eens in een paar verschillende flights melding gemaakt van een boek dat mij erg had geboeid. Dat boek heet “Rampjaar 1672” en is geschreven door Luc Panhuysen. In dit boek worden de dramatische wederwaardigheden van de jong gevormde Staat der Nederlanden (de Zeven Provinciën) beschreven vanuit het oogpunt van de familie Van Reede, destijds de hoofdbewoners van kasteel Amerongen. Kennelijk werden enkele bendeleden ook wel nieuwsgierig naar wat hier verteld werd (vaak niet omdat het over de Zeven Provinciën ging als wel over oud Amerongen en
Bousema Bende gaat cultureel
Mijn golfmaten treffen elkaar met grote regelmaat en bij onze rondjes op de baan hebben we een vaste set aan gespreksthema’s. Bovenaan staat uiteraard “het weer” zowel op het ogenblik van spelen als de verwachting voor de komende uren en dagen. Daarna komen de grote en kleine pijntjes waaronder we gebukt gaan en de medicijnen die we daarvoor zoal gebruiken. Tenslotte bevragen we elkaar over geplande of al ondernomen activiteiten buiten het golfen. Deze items vormen ongeveer het vaste repertoire dat we met elkaar afwerken. Hierna bieden onderling de ruimte aan te kaarten wat ons dezer dagen speciaal bezighoudt. Vaak is dat: “Hoe kom ik af van mijn slice?”, “Hoe vermijd ik dat ik steeds in de grond sla?” of “Hoe is het mogelijk dat onze Wim vd Bos steeds zo regelmatig en goed scoort?”
omgeving). Hoe dan ook, enkele bendeleden zijn ook begonnen aan het lezen van dit boek (en gaven aan het wel aardig maar ook taai te vinden).
Juist in deze fase werd bekend dat in kasteel Amerongen een tentoonstelling is georganiseerd over het rampjaar 1672. Voor Ruurd, die niet alleen over een verre drive beschikt ook een vaardig beoefenaar is van de kunst van het delegeren, was dit aanleiding mij uit te nodigen hiervoor een culturele actie voor belangstellende bendeleden te organiseren. Het eerste dat ik dacht na dit verzoek was: “Hebben mijn golfmaten wel belangstelling voor iets dergelijks?” Ik wilde me niet laten kennen en heb dus toch maar een peiling uitgezet naar belangstelling voor een gezamenlijk bezoek. Tot mijn verbazing bleken zeven bendeleden zich hiervoor aan te melden. Zelfs het feit dat de beoogde bezoekdatum een vrijdag was, voor een aantal bendeleden in verband met golfverslaving een te vermijden dag, bleek nauwelijks een hindernis.
Kasteel Amerongen
Dit alles leidde er toe dat vrijdagmiddag 10 februari 2023 acht grijze heren zich verzamelden aan de poort van kasteel Amerongen. Al op dat moment stond Gerard, geboren Ameronger, te glimmen van trots over de schoonheid van dit dorp aan de Neder-Rijn. Deze glans zou de rest van de dag niet meer van zijn gezicht wijken. Over de onderste etage
van de twee-verdiepingen-brug (bestemd voor her personeel) betraden we het kasteel. Hier werden we begroet door gids Tom die voor ons een welkomstfilmpje startte. In dit filmpje werden we, sympathiek gebaar, toegesproken door Luc Panhuysen, die veel over het rampjaar en het kasteel bleek te weten. Vervolgens nam gids Tom ons mee naar de bovenste etage van het kasteel waar drie zalen waren ingericht over het rampjaar en iedere zaal was gewijd aan een van de drie hoofdpersonen uit het boek: Godard Adriaan van Reede, Margaretha Turnor, de echtgenote van Godard Adriaan en hun zoon en enig kind Godard van Reede, de latere graaf van Athlone. .
Godard Adriaan was meestal van huis en actief als ambassadeur voor de republiek in verschillende delen van Europa. Op de tentoonstelling werd het “reis”-bureau getoond waaraan hij zijn werk onderweg verrichte. Op de expositie wordt geen melding gemaakt van de koets waarin hij onderweg werkte. In het
boek Rampjaar 1672 wordt dit beschreven en ik kan niet nalaten dat hier even weer te geven. Godard Adriaan is op veldtocht met de keurvorst van Brandenburg en: “Als de dagmars voorbij was kon hij op adem komen in een speciaal voor de tocht gemaakte “rustwagen”. Deze rustwagen was een speciaal voor de tocht gemaakte koets met een waterdicht roodgelakt dak en werd getrokken door vier paarden. Er stonden een bed in en een schrijftafel. In een kist lagen droge kleren en in een bescheiden provisiekast bevond zich een noodvoorraad
Godard Adriaan van Reede
voedsel. De soldaten moesten slapen in tenten en spreidden hun dekens uit op de blubberige grond. In zijn rustwagen kon hij de kou en vuiligheid op een afstand houden.”
Kasteelvrouwe Margaretha Turnor was een dame die van aanpakken wist. Bij de bijna voortdurende afwezigheid van haar man kwam het beheer van het kasteel en de bijbehorende landgoederen geheel op haar schouders. Later werd het kasteel gebrandschat en is zij druk in de weer geweest om het benodigde geld voor het ontlopen van de brandstichting te verzamelen. Daarin is ze wel geslaagd maar niettemin werd het kasteel door de Fransen helemaal afgebrand. Na deze ramp is onder haar leiding het kasteel herbouwd in zijn huidige vorm. Na de herbouw werd het kasteel een enkele keer bezocht door stadhouder Willem III. Zijn oordeel over het bouwwerk woog heel zwaar voor de Van Reedens want Margaretha tekent op na zijn bezoek: “Zijne Hoogheid herhaalde wel 2 a 3 maal dat het een zeer schoon gebouw is”. Bij de rondleiding werd ons later nog een portret van Margaretha op 84-jarige leeftijd getoond. Inderdaad een pittige dame!
Godard junior schitterde in de derde zaal. Naast imposante portretten van deze militair zie je in deze zaal een opsomming van veldslagen waarin hij een rol, soms bescheiden soms prominent, heeft gespeeld. Indrukwekkend is wel het feit dat hij bijna vijftig jaar lang actief bij allerlei veldslagen over heel Europa betrokken was, die klaarblijkelijk steeds overleefde en in de tussentijd met zijn vrouw Philipotta 14 kinderen kreeg. In Noord Ierland, waar ik laatst was tijdens de Oranjemarsen, zijn ze nog steeds vol van zijn verrichtingen en die van zijn baas King Billy, zoals men Willem III daar noemt.
Gids Tom heeft ons nog verder door het kasteel geleid en verteld van de latere eigenaar Graaf Bentinck. Op aandringen van Wilhelmina heeft deze Graaf op het kasteel onderdak geboden aan de voormalige Kaiser Wilhelm II nadat die aan her einde van WO I naar Nederland was gevlucht. Hij zou drie dagen blijven maar dat werden drie jaren. Een makkelijke gast is hij niet geweest zoveel maakte Tom aan de hand van diverse anekdotes wel duidelijk. Na drie jaar vertrok hij uit Amerongen om daarna hout te gaan hakken in Doorn.
Ook voor ons kwam de tijd om het kasteel te verlaten. Dat deden we nagenietend van het gebodene en onder de indruk van het werk van de vele vrijwilligers die het kasteel en de tuin (70 tuinkabouters!) onderhouden.
Ameronger Gerard ging ons hierna voor door het prachtige dorpje naar het plaatselijk trefpunt café De Tram. We troffen het want het café blijkt maar
Cafe De Tram
beperkt geopend te zijn op drie dagen in de week. Geheel onverwacht treffen we hier een stijlvol Oud bruin café met de kleedjes op tafel, zoals men het zelf op de website aanduidt. Het was nog even nagenieten met de nodige plaatselijke wetenswaardigheden smakelijk verteld door twee Gerard’en, de cafébaas en onze Gerard.
Voldaan en verkwikt togen we huiswaarts.
De 2023-editie van de jaarlijkse strijd om de begeerde wisselbeker was weer gezellig en geslaagd.
Bousema beker 9 oktober 2023
Zo op het oog ontspannen en onaangedaan verschenen veertien bendeleden voor de wedstrijd van het jaar: de slag om de Bousema Beker. Toch was voor de oplettende waarnemer merkbaar, liever gezegd voelbaar, dat bij nagenoeg al deze deelnemers de zenuwen door de diverse kelen gierden. Op voorhand was, tot ieders spijt, al gebleken dat enkele bendeleden om uiteenlopende reden verhinderd waren deel te nemen. Jaap was op vakantie in Spanje (maar hield langs digitale weg contact met de bende), Wim (ook wel bekend als de heer Pie) was geveld door spit en Hans, de secretaris generaal van de bende, zat snotterend thuis door een stevige verkoudheid maar ongetwijfeld ook aangedaan door zijn noodzaak tot absentie bij deze wedstrijd. Tijdens de koffie met appeltaart was er schijnbaar sprake van rustige gedachtewisselingen over rundertjes van diverse leeftijden, anders gezegd koetjes en kalfjes maar in werkelijkheid liep de spanning verder op.
Als formele dagopening sprak Jan G, de trotse houder van de wisselbeker tot vandaag en deze keer dus organisator van dit jaarlijkse hoogfeest voor de bende de verzamelde zenuwpezen toe. Op de hem bekende vaderlijk geruststellende manier wist hij de nervositeit onder de aanwezigen wel wat in te dammen. Totdat hij meldde dat bij de organisatie het aloude front- en backoffice weer was ingeschakeld. Hiermee vervloog bij een aantal ervaringsdeskundigen meteen de hoop op een eerlijk en onpartijdig verloop van de komende strijd. De office-heren betoonden zich goedgemutst voorzien van koddige strooien hoeden. Zoals ze dat jaren geleden op Edda Huzid al deden hadden ze de flightindeling alvast voor hun rekening genomen. Als vanouds werd de presentatie hiervan verzorgd door Leo, houder van een grote stoeterij van kleine paardjes. Vervolgens gaf hij aan dat nadrukkelijk een aantal spelregels dienden te worden gehanteerd. (Het viel ons op dat op dat moment Harm, berijder van een spraakbediende auto en houder van diverse Magic stokken, in de groep ontbrak en alvast naar de driving range was vertrokken.) De regels: 1. Eerlijk tellen 2. Niet plaatsen 3. Aansluiten 4. Niet zoeken 5. Niet vissen 6. Geen handwedge. Tijdens Leo’s presentatie leek het wel of back-office-Ruurd, net weer terug na verre trips naar diverse continenten, al heimelijk de einduitslag van de komende wedstrijd op een klein briefje noteerde.
Ondertussen raakte ondergetekende aan de praat met de topfit ogende Ruud die verslag deed van diverse v’s: zijn Vakanties in Verona en op Vlieland. Hij vertelde dat hij zich moeiteloos had verplaatst in zijn elektrisch bolide. Toewerkend naar de start van de wedstrijd vertelden Leo, Ruurd en bonvivant John over hun uiteenlopende ervaringen bij John Woof kortgeleden. Ik ving hier op: Goede tips over houding, evenwicht en impact naast waardeloze les voor een godsvermogen!
Een groot aantal spelers dromde hierna bijeen op de teebox van B1. Vandaar vertrok als eerste flight het opmerkelijke koppel Harm en Cees. Deze beide heren staan bekend als notoire longhitters. De inschatting was daarom dat deze twee snel achter de horizon zouden verdwijnen. Successievelijk vertrokken alle spelers daarna in de baan. Uw chroniqueur heeft zich vervolgens 18 holes lang zo serieus mogelijk op zijn spel geconcentreerd en daarbij overigens enkele keren mislukte afslagen geproduceerd en vooral een paar ultra korte putts gemist. Tijdens de ronde was er daardoor geen gelegenheid opmerkelijke zaken waar te nemen waarvan hier gewag gemaakt zou kunnen worden.
Moe maar voldaan flight na flight nestelde de groep zich vervolgens op het terras en genoot van een welverdiend en soms troostend drankje vergezeld van een welkome bitterbal. We zagen Jan K, eertijds modekoning van Barneveld, kwiek en vief van de baan komen alsof er met zijn knie niets aan de hand is. Ook Casper, onze eminence grise suikeroom zagen we komen. Bij Casper dient dan geconstateerd te worden: Hij schreed het terras op en voegde zich als een voorname heer met stok bij ons gezelschap.
Tijdens de borrel werden de ingevulde scorekaarten ingenomen door back-office-man Ruurd. Deze hulde zich daarbij, terwijl hij de kaarten regelmatig schikte en herschikte, in een geheimzinnig stilzwijgen wat de al bestaande achterdocht bij menig bendelid deed toenemen. Al borrelend begreep ik ondertussen van bonvivant John dat hij binnenkort weer met zijn camper en zijn echtgenote gaat afreizen naar het zuiden. Cees vertelde dat hij ook regelmatig naar Spanje reist maar dan veelal zonder partner. Bert, onze Soester cultuurpaus, overtreft ons allen in reisplannenmakerij: Hij overweegt om in november nog naar Calcutta af te reizen (maar ja: die vaccinaties!)
Uiteindelijk gingen we aan tafel, de remedie voor onze trek en nieuwsgierigheid naar de uitslag. Jan, onze leidsman voor deze dag, liet ons tot na het hoofdgerecht wachten voordat hij de dagresultaten bekendmaakte. Tussentijds informeerde ik nog even behoedzaam naar het welbevinden van oud-voetbal-bobo Gerrit, mijn buurman aan tafel. Met een (nauwelijks merkbare, maar toch…) brok in zijn keel zei Gerrit: Het is maar voetbal! Indrukwekkend nietwaar, zo’n relativeringsvermogen!
De neary op hole C1 werd veroverd door Henk, ons regelgeweten en strenge maar o zo rechtvaardige arbiter. De longest drive was geslagen door SmeerCees, die daarmee de hoge verwachting op dit punt inloste. De derde plaats in de bekerstrijd was voor ondergetekende, die hiermee in zijn nopjes was en de tweede voor back-office-officer Ruurd. De hoofdprijs ging naar Gerard die met 38 Stableford punten alle collega’s ver achter zich had gelaten. Niet verwonderlijk natuurlijk voor een man die in zijn professionele leven steeds met heel veel dwarsliggers en onder hoge spanning heeft moeten werken. In zijn reactie na de uitreiking van de beker riep Gerard nog even in onze gedachten de namen terug van eerdere winnaars van deze bokaal. Gedurende deze opsomming zag ik diverse bendeleden mompelen: “O ja!” en “O ja!” en “Wat worden we al oud!”.
Als afronding gaf dagvoorzitter Jan de beker aan Bert die traditiegetrouw zal zorgdragen voor inscriptie van de nieuwe winnaarsnaam op de voet van de beker. Bert wees er fijntjes op dat hij toch maar al die jaren na wedstrijd en diner met de beker naar huis gaat.
Gezien deze uitslag moet ik dus achteraf eerlijk concluderen dat mijn achterdocht naar front- en backoffice onterecht en op niets gebaseerd was. Integendeel: Er past slechts dank voor de organisatie van deze wedstrijddag die weer als hoogtepunt in de Bendegeschiedenis kan worden bijgeschreven.
Toon, bende-chroniqueur